Sint-Martinuskerk

Al in 1227 is er sprake van de parochie Denderbelle en in 1232 wordt melding gemaakt van een pastoor en het ontvangen van tienden (belastingsgeld) voor de kerk. In 1433 verschanst Jan Utenzwane zich in de kerk om te ontsnappen aan de vervolging, ingesteld op gezag van de Franse koning.

Vooral de Calvinisten hebben in 1572 een zware ravage aangericht, enkel het koor blijft overeind. Dit kerkkoor, het huidig oudste gedeelte, dateert van 1539. Nadien is de kerk nog verschillende keren verbouwd. Eerst was het een kruiskerk. Dit verklaart meteen waarom de kerk zo'n dikke pilaren heeft, dit waren vroeger de buitenmuren waar men nadien openingen heeft in gemaakt om de kerk en de zijbeuken te vergroten. Deze vergroting was noodzakelijk omdat de Belse bevolking aangroeide. De kerk ondergaat de laatste vergroting 1896. 

De kerk ligt niet centraal in het dorp, omdat toen de kerk werd gebouwd, zij ingeplant werd op de kruising van een weg komende van Brabant, een weg die Aalst en Dendermonde verbond en een doorwaadbare plaats door de Dender, vlak bij de toenmalige burcht: "Hof Ter Belle". Het dorpsplein had een markt of handelsfunctie. Doorheen de tijd is het wad en veer zijn economisch belang verloren.